Inleiding
Het Hof stelt vast dat in casu sprake was van woon-werkverkeer na afloop van werkzaamheden, in privétijd en buiten het terrein waar de werkzaamheden moesten worden verricht.
Gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad is in dat geval, behoudens bijzondere omstandigheden, geen ruimte voor aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW of 7:611 BW.
Feiten
Benadeelde was in dienst van een tankstation. In 2007 is hij betrokken geweest bij een ongeval toen hij naar huis fietste. Hij is aangereden door een vrachtauto en heeft hierdoor schade geleden. De werkgever heeft het ongeval gemeld bij de ongevallenverzekeraar, die na onderzoek heeft geweigerd tot uitkering over te gaan.
Beoordeling
Één van de grieven van benadeelde is dat een werkgever aansprakelijk te achten is voor schade die een werknemer overkomt bij deelname aan het verkeer. Als goed werkgever had het tankstation ervoor moeten zorgen dat de verzekeraar, bij wie een ongevallenverzekering was afgesloten, bij een ongeval tot uitkering overgaat.
Het Hof begrijpt deze grief aldus dat benadeelde een beroep doet op artikel 7:658 BW en subsidiair artikel 7:611 BW.
Het Hof is van oordeel dat beide wetsartikelen niet van toepassing zijn, nu het ongeval niet heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de werkzaamheden. Benadeelde was na afloop van zijn werkzaamheden, met zijn fiets onderweg naar huis, toen hij werd aangereden door een vrachtauto. Er was derhalve sprake van woon-werkverkeer, dat plaatsvond na afloop van de werkzaamheden, in privétijd en buiten het terrein waarop de werkzaamheden moesten worden uitgevoerd.
Ten aanzien van de aansprakelijkheid van een werkgever voor de gevolgen van verkeersongelukken overweegt de Hoge Raad eerder als volgt:
“Opmerking verdient dat in gevallen waarin de werknemer een ongeval overkomt waarvan niet gezegd kan worden dat deze zich “in de uitoefening van zijn werkzaamheden” heeft voorgedaan (zodat artikel 7:658 BW niet van toepassing is), maar waarbij wel een samenhang bestaat tussen de arbeidsovereenkomst en de situatie waarin het ongeval heeft plaatsgevonden, werkgever onder omstandigheden op grond van artikel 7:611 aansprakelijk kan zijn voor de schadelijke gevolgen van het ongeval.”
Het Hof is van oordeel dat in onderhavige zaak benadeelde geen bijzondere feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan kan worden geoordeeld dat een dermate nauw verband bestaat tussen het ongeval en de uit te voeren werkzaamheden dat de werkgever aansprakelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van het ongeval. Evenmin heeft benadeelde bijzondere omstandigheden gesteld ten aanzien van de bekendheid van de werkgever met bijzondere gevaarzettende verkeerssituaties of preventieve maatregelen die dienaangaande van de werkgever hadden mogen worden verwacht. De omstandigheden dat de werkzaamheden op onregelmatige tijden verricht moesten worden en dat de arbeidsplaats niet met het openbaar vervoer of te voet bereikbaar was, zijn daartoe niet voldoende.
Uitspraak
Werkgever is niet aansprakelijk, de vordering (een bedrag ter grootte van de misgelopen uitkering van de ongevallenverzekeraar) van benadeelde wordt afgewezen.
(ECLI:NL:GHSHE:2017:2802)
Wilt u meer weten over rechtspraak rondom letselschadecasussen?
Of eens vrijblijvend met een letselschadedeskundige van gedachte wisselen?