Wanneer een voetballer zijn been breekt, doordat hij wordt nagetrapt tijdens een voetbalwedstrijd, kan worden gesproken van objectiveerbare klachten. Zo is een beenbreuk aantoonbaar met een röntgenfoto. Met de foto kan de voetballer dan in het proces tegen de andere speler bewijzen dat hij klachten aan zijn been heeft opgelopen. Er bestaan echter ook gezondheidsklachten die niet met behulp van een röntgenfoto of ander onderzoek kunnen worden verklaard. Die klachten blijven subjectief. In die gevallen wordt dan ook gesproken van niet-objectiveerbare klachten.
Het slachtoffer dient te stellen en zo nodig te bewijzen dat zijn klachten bestaan en dat deze kunnen worden toegerekend aan het door hem overkomen ongeval. Dit is problematisch in het geval van niet-objectiveerbare klachten. De aansprakelijke partij kan zonder bewijs tot een afwijzing van de schadevergoedingsvordering van het slachtoffer met dergelijke klachten komen. De klachten zijn immers toch slechts subjectief.
In de praktijk wordt bij niet-objectiveerbare klachten vaak meteen aan de zogenaamde ‘whiplashklachten’ gedacht. Dit is niet opmerkelijk aangezien ontzettend veel schademeldingen zijn en worden gedaan waarbij sprake is van dit type klachten. Ik zal hieronder een korte, algemene beschrijving van deze whiplashklachten geven. Bovendien ga ik in op een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland waarin de causaliteitsproblematiek bij niet-objectiveerbare klachten naar voren komt. Ik sta even stil bij de feiten, ik schets het juridisch kader zoals dat is uiteengezet door de rechtbank Midden-Nederland en ik bespreek het oordeel van deze rechtbank.
Informatief kader
Whiplash wijst op de zweepslagbeweging van het hoofd en de nek, waardoor de nek een flinke klap oploopt. Het gebeurt vaak tijdens een aanrijding van de zijkant of van achteren, maar bij andere ongevallen kan het ook optreden. De klap kan verschillende soorten klachten veroorzaken. Een groep wetenschappers onderscheidt vier gradaties (1 t/m 4). Bij graad 1 en graad 2 worden er door medici geen afwijkingen gevonden en hierover wordt in de praktijk het meest gediscussieerd. Die klachten zijn namelijk subjectief.
Juridisch kader
Zonder het bestaan van een medisch causaal verband in het geval van niet-objectiveerbare klachten (medisch deskundigen kunnen namelijk geen afwijkingen vinden), zou er nog wel sprake kunnen zijn van een juridisch causaal verband. De rechtbank Midden-Nederland geeft aan dat van het bestaan van dergelijke klachten kan worden uitgegaan als sprake is van een zogenaamd ‘plausibel klachtenpatroon’. Dat is doorgaans het geval bij een consistent, consequent en samenhangend patroon van de klachten.
Als het slachtoffer het bestaan van zijn klachten heeft aangetoond, dan heeft te gelden dat aan het bewijs van het causaal verband tussen het ongeval en de klachten geen hoge eisen mogen worden gesteld. Het niet aanwezig zijn van een specifieke, lichamelijk aanwijsbare verklaring voor de klachten vormt geen belemmering voor de aanname van dit verband. De rechtbank overweegt tot slot dat het causale verband in beginsel voldoende aannemelijk kan worden geacht als (1) kan worden aangenomen dat er geen andere verklaring voor de klachten aanwezig is, (2) de klachten ten gevolge van het ongeval kunnen zijn ontstaan en (3) het slachtoffer deze klachten of vergelijkbare klachten voor het ongeval niet ervaarde.
Beknopte feitenweergave en oordeel
Een vrouw heeft door een verkeerongeval met een auto klachten opgelopen, bestaande uit onder andere hoofdpijnklachten, vermoeidheidsklachten en concentratieproblemen. Het gaat om niet-objectiveerbare klachten en er bestaat discussie met de verzekeraar van de auto waarmee het ongeval is veroorzaakt over het zogenaamde ‘causale verband’ tussen het ongeval en haar klachten. Er zijn uiteindelijk medische expertises (een onderzoek door een onafhankelijk specialist) uitgevoerd, waaronder een neurologische expertise.
Het bestaan van de klachten staat niet ter discussie tussen beide partijen. De vraag is of dat er sprake is van een (juridisch) causaal verband tussen het ongeval en de klachten. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend na toetsing aan de drie eisen die in het vorige kopje naar voren zijn gekomen. Zo concludeert de rechtbank aan de hand van de inhoud van het neurologische rapport dat de vrouw voor het ongeval geen vergelijkbare klachten ervaarde en dat haar klachten door het ongeval kunnen zijn veroorzaakt. Volgens de rechtbank heeft de vrouw met de rapportage van de neuroloog ook voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen andere verklaring voor de klachten aanwezig is.
Tot slot
Heeft u door een ongeval niet-objectiveerbare klachten opgelopen, dan weet u nu dat u als slachtoffer niet per definitie met lege handen hoeft achter te blijven. Maar hoe herstelt u nu het beste? De Vrije Universiteit Amsterdam heeft onderzoek naar deze vraag gedaan en zo is een aantal maanden geleden een overzichtelijke folder (klik hier) tot stand gekomen. Hopelijk helpt deze folder u verder.
Heeft u door een ongeval niet-objectiveerbare of objectiveerbare klachten opgelopen en wenst u hulp bij het verhalen van uw materiële en immateriële schade? Neemt u dan gerust geheel vrijblijvend contact met ons op via 0800 667 84 66 of via info@nm-letselschade.nl. Met de juiste kennis en ervaring helpen wij u graag verder.
Dit blog is geschreven door mr. E.W. (Elise) van Kempen, NIVRE-re, werkzaam bij NostimosMooyman.