Terug naar het overzicht

maandag 14 april, 2025

Groepsaansprakelijkheid

Kinderen zoeken graag de grenzen op en zij overschrijden deze soms ook. Zij doen dit zelfstandig en met anderen. Het uithalen van kattenkwaad. Denk bijvoorbeeld aan het samen met een vriendje spannen van een touwtje over de weg en daarna wachten totdat er iemand langsloopt.[1] Als er dan ook daadwerkelijk iemand langsloopt en diegene komt door het touwtje ten val, dan zou die persoon letsel kunnen oplopen. Diegene kan door de val schade lijden en deze schade vergoed willen zien. De kinderen en/of hun ouders kunnen worden aangeschreven. Stel nu dat de een het touwtje heeft gespannen en de ander er alleen maar bij stond. Kan (kunnen de ouders van) die ander dan ook aansprakelijk worden gesteld?

We kijken dan naar het onderwerp groepsaansprakelijkheid. Groepsaansprakelijkheid komt uiteraard niet enkel bij kinderen voor. In dit blog schrijf ik over dit onderwerp. Na het wettelijk kader ga ik in op een onlangs door de rechtbank Limburg gewezen uitspraak over groepsaansprakelijkheid.

Wettelijk kader

In de wet is een bepaling opgenomen die de groepsaansprakelijkheid regelt.[2] Op basis van deze bepaling kunnen leden van de groep hoofdelijk aansprakelijk (dat houdt in dat ieder groepslid kan worden aangesproken voor de gehele schade) worden gehouden in het geval dat er aan de volgende eisen is voldaan:

1. degene die de schade rechtstreeks toebracht moet een onrechtmatige daad hebben begaan. Niet is noodzakelijk dat hem schuld treft – bij voorbeeld wegens een geestelijke tekortkoming ontbreekt bij hem de schuld – omdat als aan de beide volgende vereisten is voldaan ook dan een aansprakelijkheid van de andere tot de groep behorende personen op zijn plaats is.

2. de kans op het aldus toebrengen van schade moet zodanig zijn geweest, dat zij de tot de groep behorende personen hadden behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband. Dit impliceert dat alleen hij aansprakelijk kan zijn, die wist of behoorde te begrijpen dat het groepsoptreden het gevaar schiep voor schade als die in concreto is toegebracht. […]

3. een tot de groep behorende persoon is alleen aansprakelijk indien hem schuld treft.”[3]

Uitspraak rechtbank Limburg

Na deze dosis theorie bent u vast toe aan een voorbeeld. Hieronder ga ik op de uitspraak van de rechtbank Limburg in.

Wat speelt er? Een man stelt letsel (in ieder geval gehoorschade, tinnitus en psychische klachten) te hebben opgelopen door explosies. Twee personen zouden volgens de man de auto van de man hebben vernield door het afsteken en het laten ontploffen van vuurwerk. Ook zouden deze twee personen vuurwerk hebben afgestoken en hebben laten ontploffen bij de woning van zijn/een vriendin (waar de man op dat moment was). Hiervan zijn camerabeelden beschikbaar.[4]

Het slachtoffer wil zijn schade vergoed zien. Volgens de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de ene persoon het vuurwerk heeft afgestoken en dat de andere persoon hierbij aanwezig en betrokken was. De vraag is nu of dat die andere persoon aansprakelijk kan worden gehouden op basis van de groepsaansprakelijkheidsbepaling. Het antwoord is ‘ja’. De andere persoon had het oogmerk om wraak te nemen op het slachtoffer, hij heeft de auto van de man aangewezen en na het ontploffen van het vuurwerk bij de auto is hij samen met degene die het vuurwerk heeft afgestoken weggerend. De andere persoon heeft zich niet gedistantieerd van de gedragingen van degene die het vuurwerk heeft afgestoken en beide personen hebben samen het vuurwerk meegebracht. Er is volgens de rechtbank sprake van een onrechtmatige daad jegens het slachtoffer en de bewuste persoon had moeten weten dat het handelen van hem en het andere groepslid de schade van het slachtoffer tot gevolg had kunnen hebben.[5]

Tot slot

Om terug te komen op het voorbeeld uit de inleiding: ook als je er alleen maar bij staat kan je mogelijk dus aansprakelijk worden gehouden voor de schade van een ander. Mijns inziens is het heel logisch dat deze groepsaansprakelijkheidsbepaling bestaat, want voor een slachtoffer is het lastig om te achterhalen en te bewijzen wie de schade rechtstreeks heeft toegebracht. Het slachtoffer zou zonder deze bepaling het risico lopen dat hij zijn schade niet vergoed krijgt.  

Heeft u letsel opgelopen door een ongeval en wenst u hulp bij het verhalen van uw schade? Neemt u dan gerust geheel vrijblijvend contact met ons op via 0800 667 84 66 of via info@nm-letselschade.nl. Met de juiste kennis en ervaring helpen wij u graag verder.

Dit blog is geschreven door mr. E.W. (Elise) van Kempen, NIVRE-re, werkzaam bij NostimosMooyman.


[1] Dit voorbeeld is gebaseerd op de casus van het Struikelende Broodbezorger-arrest (HR 22 november 1974, ECLI:NL:HR:1974:AL5503).

[2] Ik doel dan op artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek.

[3] Rechtbank Limburg 12 maart 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:2455, r.o. 4.19.

[4] Rechtbank Limburg 12 maart 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:2455, r.o. 2.1, 2.2, 3.2, 4.8, 4.9 en 4.13.

[5] Rechtbank Limburg 12 maart 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:2455, r.o. 3.1, 4.13, 4.17 en 4.21.  

Zullen we u terugbellen?

Laat hier uw gegevens achter en ik bel u zo snel mogelijk terug

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.